Pedagogische visie

Actieve begeleiding aan jongeren met een (verstandelijk) beperking en/of gedrags- en ontwikkelingsproblemen.

Actief ontwikkelen

Samen met de begeleiders werken aan verdere stimulering van hun sociaal emotionele ontwikkeling, praktische vaardigheden en zelfredzaamheid en doordat de kinderen buitenshuis begeleiding ontvangen, wordt de thuissituatie ontlast. 

Dit alles vindt plaats in een uitdagende en prettige omgeving samen met leeftijdsgenoten zowel na schooltijd, in de weekenden, avonden en in de vakanties. AMO biedt de mogelijkheid om de kinderen met eigen taxi’s te vervoeren (m.u.v. logeren), waardoor overgangssituaties te begeleiden zijn en het mogelijk is om goed af te stemmen met scholen en ouders/verzorgers.

AMO heeft tot missie om te komen tot voortdurende ontwikkeling en verbetering van de kwaliteiten en mogelijkheden van kinderen, medewerkers en organisatie. De behoeften beschreven binnen de motivatietheorie van Maslow, worden gewaarborgd binnen al de lagen van AMO. Dit alles is beschreven en uitgewerkt binnen de eerste graadstrategie van het orthopedagogisch model van Kok, waarbinnen de beschrijving van de algemene missie, het primaire proces, de handboeken, de protocollen en procesafspraken terug te vinden zijn.

Voor AMO betekent dit dat we vanuit de piramide van Maslow en het orthopedagogisch model van Kok, het primaire proces vormgeven. Daarbij zal vanuit de theorie van het competentiemodel, de systeemtheorie, het oplossingsgericht bejegenen en het sensorisch integratie denken, begeleid gaan worden. Dit alles leidt tot een pedagogische visie die de algemene visie van AMO aanvult.

Stap voor stap

Op kindniveau betekent dit dat AMO er vanuit gaat dat een individu pas waardevolle begeleiding kan krijgen op het moment dat de eerste graadstrategie, de context gedefinieerd is. 

Vervolgens wordt de begeleiding gestart vanuit de tweedegraads strategie, het ”zelf”. Deze begeleiding moet zich richten op het versterken van de beschermende factoren en de competenties in samenwerking met het sociale systeem om het kind heen. Het resultaat zal zijn dat het probleemgedrag zal afnemen en het kind versterkt zijn in hun competenties, waardoor ze zich verder kunnen ontwikkelen en ontplooien binnen de maatschappij. Wat leidt tot het evalueren binnen de derde graadstrategie. Dit laatste betekent dat er opnieuw gekeken gaat worden naar de eerstegraads strategie die op dat moment moet gaan aansluiten bij de nieuwe hulpvraag en mogelijkheden van het kind. Waarna vervolgens ook vanuit de tweedegraads strategie weer nieuwe interventies ingezet kunnen worden, enz.

Door dit voortdurende cyclische proces zal AMO voortdurend met het kind op zoek zijn naar de beste voorwaarden, begeleiding en doelstellingen, waarbinnen alle kinderen tot groei, stabilisatie of ontwikkeling zullen komen.